
06 jul Interview Maarten van Riel over Het Verdriet van Tilburg
De grootvader van Maarten van Riel was een van de duizenden textielarbeiders die Tilburg rijk was. De stad was de spil van zijn bestaan, maar ook de plek waar hij een einde maakte aan zijn leven. Als Van Riel terugverhuist naar zijn geboortestad, kan hij niet meer om zijn pijnlijke familiegeschiedenis heen. Hij duikt in de krochten van het archief en stelt vragen die hij eerder niet durfde te stellen. Onze redacteur gaat in gesprek met de schrijver:
Wie is Maarten van Riel?
Ik ben een 43-jarige historicus en schrijver die is betrokken bij het opsporen van munitie uit de Tweede Wereldoorlog. Ik ben geboren in Goirle, net over de stadsgrens, zoals wel meer Kruikenzeikers, maar opgegroeid in de Acaciastraat.
Is dit je eerste boek? Nog meer boeken op komst? Naast je gewone werk en je gezin. Is het een hobby of een bijbaan?
Nee, het derde boek en ik heb nog een bijdrage geleverd aan een Duitse bundel over terrorisme (om even volledig te zijn). In 2010 verscheen mijn eerste boek, Zaterdagmiddagrevolutie, dat zich goeddeels in Eindhoven afspeelt. Het gaat over politiek geweld, de jaren zeventig en terrorisme. Zes jaar later verscheen Op reis met mijn vader (die dood is), waarin ik de oorlogen in het voormalige Joegoslavië heb gecombineerd met een rondreis die ik maakte na het overlijden van mijn vader in 2013. Het idee is dat we ooit samen die reis zouden maken, maar toen kreeg hij acute leukemie en was hij binnen vier maanden dood. Ik heb die reis uiteindelijk alsnog gemaakt, met hem imaginair op de bijrijdersstoel. Nu is er dus Het verdriet van Tilburg, en met een beetje geluk verschijnt volgend jaar al het volgende boek (waar ik al heel lang geleden aan begonnen ben). Ik denk dat je niet over een hobby kunt spreken als je er geld mee verdient. Bovendien sta ik onder contract bij Thomas Rap/de Bezige Bij, dat is toch een serieus uitgevershuis.
Je boek is erg in de smaak gevallen. 8 weken op 1, veel interviews. Wat zijn de hoogtepunten tot nu toe? Heeft het je verrast?
Het is ondertussen al meer dan 12 weken het bestverkochte boek bij Gianotten en het heeft inderdaad veel media-aandacht gehad (Brabants Dagblad, OVT, NRC, Telegraaf en Groene Amsterdammer). Ergens ben ik daardoor verrast, maar anderzijds ook niet. Mijn andere boeken kregen ook landelijk aandacht, dus mogelijk schrijf ik toch over onderwerpen die mensen aanspreken en misschien heb ik gewoon prima werk geleverd. Je moet altijd een beetje geluk hebben natuurlijk, maar dit boek was er nog niet. En daarmee bedoel ik: er zijn wel boeken verschenen over de Tilburgse textiel en geschiedenis, maar ik heb het persoonlijk gemaakt.
Het boek gaat over jou, jouw familie en Tilburg. Martijn Neggers noemde jouw boek Tilburgser dan de Tilburger. Wordt het boek ook uit buiten Tilburg verkocht?
Zeker. De uitgever opereert landelijk en ook in België.
Ik begreep dat er een tweede druk komt? Hoeveel al verkocht? En pas je het boek dan ook aan, of exact hetzelfde?
De tweede druk ligt nu in de winkels. Dat betekent dat de eerste druk is uitverkocht en dat is heel mooi (ze hadden er nogal wat gedrukt). Er zijn stuk op 20 typefouten uitgehaald en de uitgever heeft de cover aangepast. Er staat nu een quote op van het Brabants Dagblad op het omslag, en achterop staan de commentaren van NRC en de Groene Amsterdammer.
Jouw boek gaat over de gemeente, de textielindustrie en de katholieke kerk. Gedrieën hebben ze voor veel Verdriet gezorgd. Je lijkt je wat meer toe te spitsen op de textielindustrie en minder op de gemeente en kerk. Is dat toeval?
Nou, het is natuurlijk geen complete geschiedenis van de stad. Omdat het verhaal draait rondom mijn grootvader Frans die als ongeschoolde arbeider in de textielindustrie werkzaam was, gaat het boek zeker meer over de industrie dan over de kerk (daar kwam hij namelijk bijna niet). De dingen komen uiteraard wel allemaal samen; ik heb zoveel mogelijk verschillende ontwikkelingen geprobeerd te combineren. Het verval van de textiel gaat uiteindelijk hand-in-hand met het verval van de kerk, en daardoor veranderen er weer dingen op stedenbouwkundig niveau.
Je schrijft in je boek over de sloop van de kerk, je bloedneus en bezwaren tegen het nieuwe bestemmingsplan. Wist je dat er ook veel bezwaar was tegen de sloop van de kerk zelf?
Ja, zeker, er was protest. Vanaf midden jaren zeventig zie je dat er steeds meer protest kwam in de stad, tegen het slopen. De Noordhoekse kerk was natuurlijk monumentaal, maar de bezoekersaantallen liepen sterk terug. In heb de onderzoeken van het bisdom in het archief nagekeken. Ze hielden tellingen bij verschillende kerken in de stad. En herbestemming was in die tijd nog niet gangbaar – maar sloop wel.
Een van de verhaallijnen gaat over jouw verdrietige familiegeschiedenis. Hoe heeft jouw familie op dit boek gereageerd?
Omdat mijn grootvader zelf een eind aan zijn leven heeft gemaakt en daarna de familie uit elkaar is gevallen, had ik als “voordeel” dat ik maar twee mensen hoefden te overtuigen van dit project en mijn intenties. Mijn moeder vond, nadat ik een boek had geschreven over haar overleden echtgenoot, het prima dat ik over haar vader ging schrijven. Haar zus, mijn tante, vond het aanvankelijk wel spannend, maar is uiteindelijk ook heel trots. Ik heb lange gesprekken met ze gehad en dat was fijn.
Je schrijft in het boek over suïcide in plaats van zelfmoord, waarom is dat, zelfmoord is toch veel ‘bekender’?
Ik vind het een lelijk woord en leg in het boek ook uit waarom. Overigens wilde ik niet dat het daar te veel over ging in het boek. Er zitten wel passages in over het fenomeen, maar het boek is opgebouwd uit korte hoofdstukken en er zitten tientallen foto’s in. En ik heb ook leuke dingen uit het archief gehaald, zodat het boek ook wat luchtig is (denk ik).
Je hebt vier jaar gedaan over dit boek. Is dat niet wat lang? Heb je er te veel voor gedaan of een beetje gelanterfant?
Lang? Ik heb denk ik 2 jaar echt geschreven. In combinatie met mijn werk en ons jonge gezin (de kinderen zijn inmiddels 6 en 9) was dat een hele uitdaging. Achteraf bezien begrijp ik eigenlijk niet hoe ik dat voor elkaar heb gekregen. Ik ben dankzij mijn werk wel een getrainde schrijver en (archief)onderzoeker, dus dat helpt natuurlijk wel. Bovendien wist ik na een tijdje wel hoe ik het wilde schrijven, want het gevaar dreigt natuurlijk dat je zo volledig mogelijk wilt zijn, maar dat is een illusie. Dat idee heb ik dus laten varen. Voor heel veel mensen is het boek al een ‘openbaring’ of een ‘geschiedenisles’, en dat was de bedoeling: op een toegankelijke manier de geschiedenis publiekelijk maken – ik ben niet gepromoveerd en dit is dus ook geen wetenschappelijk werk.
In de Smederij ontving de burgemeester het eerste exemplaar. Hij zei de titel niet zo leuk te vinden. Hij hoopt dat je hierna een boek over de Trots van Tilburg gaat schrijven. Zijn er, in het verlengde van jouw boek, zaken om trots op te zijn in Tilburg?
Is de Tilburger bevrijdt van het driedelige juk?
De kerk en industrie hebben geen macht meer, maar we kampen nog wel met een erfenis. Ik denk dat armoede ook wel een structureel probleem is in de stad en lastig aan te pakken: een soort historische erfenis.
Gaat dat boek er komen?
Nee, ik denk het niet.
Bij Cast Online vertelde de Belgische Bouwmeester uit Brussel over het stoppen van slopen van gebouwen. Niet alleen voor het milieu maar vooral ook om de identiteit die de gebouwen met zich meebrengen. Jij gaf aan de herrijzenis van Tilburg te zien in de hoogbouw, Interpolis, Westpoint enz. als de nieuwe fabriekstorens van de stad. Wat vind je van de aanstaande sloop van de ‘ufo van CZ’?
Tja, raar idee. Het is een iconische gebouw van amper 30 jaar oud. Niet bepaald duurzaam om zo’n betonkolos te slopen. En bovendien, je wilt toch juist wat opvallende architectuur in de stad. Het gevaar dreigt, kijk naar de nieuwe ontwerptekeningen van de Westermarkt, dat alles inwisselbaar wordt. Mono-architectuur.
Vind je dat er meer hoogbouw moet komen in Tilburg.
Ik denk dat je daar een breed gedragen visie op moet ontwikkelen. Ik ben geen stedenbouwkundige. Hoogbouw is volgens mij niet aantrekkelijk voor gezinnen: dus plaats je enkel torens in het centrum, dan heb je straks geen kinderen meer die in het centrum opgroeien?
Waren de 013-Flats niet een goed idee?
Was toch iets dat heel goed bij Tilburg had gepast.
In een bijeenkomst van de gemeente over het nieuwe hoogbouwbeleid werd aangegeven dat Tilburg niet geschikt voor iconische bouw. Mooie projecten uit Rotterdam en Eindhoven kwamen voorbij. Is Tilburg niet te bescheiden? We gaan nog veel bouwen, mag dat niet meer iconisch?
Dat moet iconisch. Wat ik net zei, al die mono-torens, dat is toch oersaai: je zult een visie moeten ontwikkelen en lessen moeten trekken uit het verleden. Een stadskantoor, met natuurstenen tegels als bekleding, werd na 22 jaar gesloopt om plaats te maken voor de Primarkt; dat is stof tot nadenken lijkt me.
Jij wijt de lelijkheid van Tilburg niet alleen aan het slopen maar ook aan woningnood, weinig geld en veel haast. Lijkt zich dit nu te herhalen met de huidige woningnood en bouwhaast?
Je moet opletten. Ik weet niet hoe dat nu gaat, ik ben daarvoor onvoldoende ingevoerd. Ik heb op kantoor een poster uit de Tweede Wereldoorlog hangen: accuracy before speed. Ik denk dat dat op meer kantoordeuren zou moeten hangen.
Is het laatste couplet, Schoonste stad van het land, sarcastisch bedoeld?
Uiteraard. Je kunt dat beter van jezelf zeggen, dan dat je het steeds moet horen van mensen uit Amsterdam of Breda…
Gaat dit boek leiden tot een standbeeld voor de fabrieksarbeider?
Ik hoop het!
Wij gaan het broek (uiteraard) aanprijzen als vakantietip. Maar de meeste Tilburgers hebben het al gelezen. Heb je nog andere leestips voor de zomervakantie?
Ik denk dat misschien 1 procent van de Tilburgers het gelezen heeft; dus ik tip mooi mijn eigen boek 😉
Dus hup, op de fiets naar Gianotten!
Of via: www.thomasrap.nl/boek/het-verdriet-van-tilburg
Voor heel verdrietig beeldmateriaal, foto’s enzo: www.instagram.com/hetverdrietvantilburg